Heel recent las ik het nieuwe boek van Geert Kimpen, “Het meisje wat aan de oever verscheen” Een boek over de goden in het oude India en over zielsverwantschap. Ik trakteerde mezelf op een avondje uit naar de lezing van zijn boek in Roermond. Het was weergaloos!!! In Ieder woord proefde ik de naklank van het boek wat ik al gelezen had. Ik heb tot in t puntje van mijn tenen genoten van de gulle lach van Geert en de lach die hij niet alleen op t gezicht van Michelle toverde tijdens zijn betoog maar bij alle aanwezigen ♡ Omdat ik het boek van Geert Kimpen dus al gelezen had kocht ik er het boek van Michelle. Want immers als je zo meegenomen wordt in het avontuur van Kama dan wil je ook het meisje wat aan de oever verscheen wel beter leren kennen toch??? Al op de terugweg in de trein begon ik met lezen in “Godin op hoge hakken” van Michelle Shanti. En slechts enkele bladzijden omgeslagen stonden de tranen al in mijn ogen. Al zat ik midden in een overvolle trein met uitgaansjeugd, het kon me niet schelen want een enorm inzicht rolde door mijn hele wezen………. En raakte me zo enorm diep dat tranen daarbij onontkoombaar waren.
Jullie als lezers en volgers van mijn facebook en Blog zijn voornamelijk familie, dierbare vrienden en hier en daar een bekende of zelfs iemand die ik niet eens ECHT ken in dit leven face tot face. Jullie kennen mij waarschijnlijk als iemand die zich heel makkelijk bloot geeft als het gaat om mijn gedachte, gevoel en belevenissen. En natuurlijk vertel ik ook wel eens over mijn gezin of familie, toch probeer ik hun privacy te respecteren en blijf dus met het delen van mijn levensvragen en ervaringen vooral zo dicht mogelijk bij mezelf. En natuurlijk weet denk ik wel iedereen dat ik al ruim 25 jaar gelukkig getrouwd ben, 3 prachtige volwassen zonen heb die 2 broertjes en een zusje hebben die niet in ons 3D leven meewandelen. Ik lijk heeel erg zelfstandig misschien en ga ook vaak alleen op avontuur. En dat kan omdat we elkaar in onze relatie respecteren voor wie we zijn, ieder zo met onze eigen wensen. Sinds onze jongens volwassen zijn en we aan een leven met z’n tweetjes begonnen ontdekten we die diepere laag in onze relatie die ik dus ook tegen kwam in beide boeken zoals hiervoor genoemd. En heeft mijn wederhelft me in de afgelopen 2 jaar geholpen weer een nieuw stukje van die Godin in mij te ontdekken.
Ik voel hoe het verhaal van Kama, het meisje aan de oever en de oeroude Goden en Godinnen uit India diep in mij resoneren en steeds meer deel worden van mijn ZIJN. Dus pak ik uit mijn kast het boek “De Upanishads”, een Nederlandse vertaling en toelichting. Niet een boek om in 1 ruk uit te lezen zoals dat van Geert en Michelle, maar een boek om langzaam te laten bezinken, stukje bij beetje en daar doe ik inmiddels al een paar jaartjes over hoor #grijnzzz De vorige keer dat het voor me op tafel lag is al zeker anderhalf jaar geleden. Toen nam ik het vaker mee als ik de bossen in trok of aan de waterkant te vinden was om er in te lezen in de rust en stilte van de natuur. Een vergeten verrassing toen ik het boek open sloeg om te kijken waar ik destijds gebleven was. De reden waarom is me inmiddels ook ontschoten. Maar tussen 2 vellen papier ligt een teer gedroogd klaproosje tussen nog wat ander gedroogd groen. En al zijn de kleuren groen, paars en rood niet meer wat het ooit was, ik vind het prachtig te zien hoe de kleuren toch behouden zijn. De kleur is veranderd, de bloem is niet meer hetzelfde en toch ligt daar een prachtig stukje natuur wat ik heb weten te behouden als is het wel veranderd. Ik zie ook de vergelijking en overeenkomst met mezelf als moeder en als vrouw, als mens en ziel, als onderdeel van het ZIJN vanuit het Niets en tegelijkertijd het AL. Een mooi moment dus om opnieuw weer in de Upanishads te duiken en me mee te laten nemen op de golven van de scheppingsmythe uit de Rig Veda ( circa 1000 v. Chr.)
Er was geen ZIJN in het begin, noch NIET-ZIJN.
Er was geen lucht, noch een hemel daaraan voorbij.
Door wat werd het omvat? Wat hield het verborgen?
Waar en onder wiens hoede?
Was er water, bodemloos, onpeilbaar diep?
Er was geen dood toen, noch het dood-loze.
Van dag en nacht was geen enkel teken.
Het ene ademde ademloos, op niets dan zijn eigen drang.
Buiten dat was er niets.
Duisternis was daar, duisternis omgeven door duisternis.
Alles was water, zonder enige onderscheiding.
Toen in de verborgenheid van die leegte, aangewakkerd door hitte, roerde zich het Ene.
Verlangen drong het Ene binnen, toen, in het begin.
Dat was het allereerste zaad van Bewustzijn.
De Zieners speurden naar de wijsheid diep verscholen in hun hart, en ontdekten de verbondenheid van ZIJN en NIET-ZIJN.
Een scheidend koord werd uitgezet, dwars over dat al.
Wat was er beneden, wat was er boven?
Er waren dragers van zaad en formidabele krachten, een opstuwen van beneden en een voortdrijven van boven.
Wie weet werkelijk? Wie waagt het erover te vertellen? Waaruit werd het geboren?
Waaruit is deze schepping tevoorschijn gekomen?
DE Goden waren nog niet geboren.
Wie is het dan die kan zeggen vanwaar het is ontstaan?
Niemand weet waaruit deze schepping is voortgebracht.
Hield iets dit alles vast of stond het op zichzelf?
Alleen hij die in de hoogste hemel verblijft, weet het.
Of misschien weet hij het ook niet.
Bron: De Upanishads, vertaald en toegelicht door Wim van de Laar